marcelvosselman.reismee.nl

Mijn stedentrips in Noord-Europa


Mijn jaarlijkse winterse stedentrip is momenteel vooral vanuit financieel oogpunt even niet mogelijk. Vandaar dat ik het leuk vind om nu een terugblik te doen op de Noord-Europese trips die ik nog niet zo gek lang geleden heb ervaren. Londen, Glasgow, Stockholm en Riga. Dat zijn de Noord-Europese steden die ik tot nu toe heb bezocht. Drie trips met mijn vaste stedentripmaatjes Chris en Peter Paul (PePe) en een keertje met wat jongens uit mijn vriendengroep in Epe. Deze Noord-Europese stedentrips heb ik allemaal in de frisse winterperiode gedaan, in de periode 2007 - 2009. Zo scheelde het in de winter van 2009 niet veel of ik had in Riga over een bevroren rivier kunnen lopen. Uit de trein zagen we een aantal Letten met hun vishengeltjes op een bevroren meer zitten, terwijl ze naast zich een boor hadden liggen om een gat in het ijs te maken.

Riga

Letland is pas sinds 1991 onafhankelijk van Rusland en nog sterk in ontwikkeling. Net als Zwolle en Deventer is Riga een echte Hanzestad en destijds door de Duitsers beïnvloed. In de oorlog door de Nazi's en daarna door de Russen. Als je van mooie gebouwen houdt, dan is Riga zeker een bezoek waard. Via een reisgids kwamen we op een gegeven moment in een straat met schitterende gebouwen in de Jugendstil. Aangezien het zonnetje af en toe doorbrak hebben we tijdens het lopen goed rond kunnen kijken. Zo ook naar de prachtige gevels van de gebouwen. Andere stedentrippers zullen tijdens een vrijgezellenfeestje voor andere voorgevels naar Riga zijn gekomen. Maar wij waren op dat moment meer geïnteresseerd in de gebouwen, parken en lokale eetgelegenheden. Begin 2009 was ik in Riga. Ryanair had deze opkomende bestemming net aan haar schema bij vliegveld Weeze (net over de grens bij Nijmegen) toegevoegd. Niet alleen de vlucht en het hostel waren lekker goedkoop, ook in het land zelf is het (nog) niet zo duur als in West-Europa. Zoals prijzen voor het openbaar vervoer en de horeca.

Stockholm

Riga en Stockholm hebben wel iets weg van elkaar. De steden liggen niet ver van elkaar en worden gescheiden door de Baltische zee. Een groot verschil tussen Stockholm en vele andere steden is dat het uit allemaal kleine eilanden bestaat. Het unieke aan de stad is de waterrijke, rustige omgeving in combinatie met de mooie panden aan de oevers. Samen met Chris en PePe was ik in maart 2008 in Stockholm. De binnenstad hebben we op de eerste volle dag te voet ontdekt. We hebben vele kilometers afgelegd en dat konden we 's avonds ook goed merken. De volgende dag hebben we ons daarom meer laten vervoeren per metro en bus. Op die manier konden we ook buiten de stad een kijkje nemen in een dorpje met authentieke, houten huizen en hebben we een wandeling gemaakt in de tuinen rondom het koninklijk 'huis'. Het weer was bewolkt of licht regenachtig en rond de 5 graden. Ook daardoor was het denk ik wat rustiger op straat en op het water. Kan me goed voorstellen dat er in de zomer wat meer te doen is rondom het water en in de parken. Maar het weer heeft de pret niet mogen drukken. Bovendien smaakt een lunch met Zweedse gehaktballetjes gevolgd door een warm bosbessentaartje met vanillesaus dan extra heerlijk.

Londen

Het was vooral een wandeldriedaagse waarbij we veel van de stad gezien hebben. Natuurlijk hebben we de bekende gebouwen opgezocht, zoals de Big Ben, Tower Bridge, Buckingham Palace en Harrods. Maar niet alleen dat, we zijn ook door bekende wijken gelopen, zoals Notting Hill, Chelsea en Wimbledon. Wat me naast de gebouwen en parken opviel in Londen zijn de typisch Engelse pubs, dronken zakenlieden in de metro (vrijdagavond na een week werken), het metrostelsel zelf en culinaire invloeden uit Azië (India bijvoorbeeld). Overigens waren we in Londen tijdens St. Patrick's Day (Paddy's Day), een Iers volksfeest dat in veel landen en steden gevierd wordt waar Ieren heen getrokken zijn. Pubs waren in groen, zwart en wit versierd en natuurlijk hebben we daar even een heuse 'Pint of Lager' op gedronken.

Glasgow

Een dik uur vliegen en je bent op drie kwartier rijden van Glasgow. Glasgow is de op twee na grootste stad van Groot Brittannië. Het weer is er vaak niet al te best, maar dat is niet zo heel erg als je het grootste gedeelte in pub, restaurant, hotel of winkel verblijft. Het is een ruime stad, de straten zijn vrij breed en de gebouwen hoog. Met een clubje vrienden uit Epe zat ik in een prima hotel midden in het centrum en hadden alles dus mooi op loopafstand. Shoppen doe je aan het begin van Sauchiehall Street en stappen aan het einde van diezelfde straat.

Je leeft maar 1 keer, dus moet je er het optimale uit halen. Vroeger was ik in de weekenden voor vertier regelmatig in regionale kroegen en discotheken te vinden. In mijn reislustige begin dertiger jaren was ik regelmatig in Europese steden te vinden. Vooral met dank aan budgetairlines als Ryanair. Als je vroeg boekt, dan ben je vaak nog geen vijftig euro kwijt voor een retourticket, inclusief luchthavenbelasting. Auto parkeren kost je zo’n tien euro per dag en door de ligging net over de grens bij Nijmegen is Airport Weeze (Dusseldorf - Niederrhein) slechts een dik uur rijden. Tip uit de praktijk: Vergeet op de terugweg niet op tijd in te checken anders ben je het dubbele kwijt voor een enkeltje. Dat is me een keer overkomen op de weg terug van Londen. Ook niet vergeten: Greenseat of iets soortgelijks sponsoren als compensatie voor de CO2-uitstoot van je vlucht.

Klik hier voor een overzicht van een aantal foto's van deze stedentrips.



Rondreis Peru, land van de Inca's

Wat een fantastische reiservaring heb ik drie jaar geleden opgedaan in het zuiden van Peru. Nog steeds ben ik diep onder de indruk van de herinneringen aan deze drieweekse groepsrondreis. Aan de hand van de foto's en specifieke herinneringen, schrijf ik nu mijn hele reisverhaal alsnog op.

Peru is het land van meerdere Indianenstammen en hun culturen. Van de Spaanse verovering en bekering tot het katholicisme. Van een kurkdroge woestijnstrook langs de kust en het hoge Andesgebergte. Van de lama en de majestueuze condor, die uit het duizelingwekkend diepe ravijn omhoog stijgt. Van toeristische trekpleisters zoals de Incatrail naar de wereldberoemde Incastad ‘Macchu Pichu'. Maar ook van achterstandsgebieden en gemeenschappen die nog onder primitieve omstandigheden leven.

Het is november 2007. Nog geen maand voor mijn vertrek is er een aardbeving langs de kust van Peru geweest. De getroffen dorpen liggen op de route van de groepsrondreis. Via de Nederlandse media volgen mijn toenmalige vriendin en ik het nieuws rondom de aardbeving nauwlettend. Maar tegen de tijd dat de vertrekdatum dichterbij komt, verstomt de berichtgeving in de Nederlandse media. Onze reisorganisatie laat ons gelukkig weten dat de reis gewoon door kan gaan, met een kleine aanpassing in de eerste week.

In Lima maken we kennis met onze groep en reisgids. Lima is de hoofdstad van Peru en is de laatste decennia enorm gegroeid. Vele Peruvianen zijn zich vanuit het platteland en het Andesgebergte gaan vestigen in de buitenwijken van de stad. De levensstandaard ligt beduidend lager dan in de westerse wereld. De eerste dag wordt benut om de binnenstad te verkennen en een beetje te acclimatiseren. De zon wordt geblokkeerd door de smog, die er vrijwel altijd boven de stad hangt. Wanneer we de volgende dag richting de getroffen kustdorpen rijden klaart de lucht op. Het licht schijnt op de veelal ingestorte huizen langs de Panamerican Higway. Een hoofdweg die een groot deel van de kustlijn van heel Zuid-Amerika bestrijkt.
Via een omleiding kunnen we nog net bij een haventje komen. Met een speedboot verkennen we een rotseiland met zeehonden, pinguïns, pelikanen en een enorme hoeveelheid zeevogels. En zo dragen we als halve ramptoeristen toch ook een steentje bij aan de lokale economie. Sla je het over, dan hebben de inwoners er helemaal niets aan. En in dit kustplaatsje moeten ze het toch voor een groot deel van deze toeristische attractie hebben.

Even later zitten we in de bus en rijden we door één van de droogste woestijnen op aarde. Doordat het gebied opgesloten zit tussen de Stille Oceaan en de bergen van de Andes, regent het er nooit. Langs de snelweg zien we ‘huisjes' zonder dak. Je kunt het ook amper een huisje noemen. Er staan vier wandjes van riet en daartussen ligt vaak niet meer dan een matras. Er slapen mensen die overdag in de bouw werken in de stad. Wat een verschil met de voorzieningen die wij in Nederland hebben, het is bijna niet te bevatten.

Even later eten we bij een oase een lokaal gerecht bij een restaurantje aan het meertje. De oase ligt afgelegen tussen de zandduinen, waar wat toeristen aan het sandboarden zijn. De volgende dag vliegen we in een propellervliegtuigje over de beroemde Nazca Lijnen. Dit zijn zogenaamde geogliefen: aardtekeningen in de droge, harde aardkost. Vanuit de lucht zijn diverse figuren te zien, die je niet kunt waarnemen wanneer je over de grond loopt. Het vliegtuigje kantelt af en toe om de figuren te kunnen ontdekken van een walvis, astronaut, aap, hond, kolibrie, spin, boom en papegaai. Een mysterieuze ervaring. Tot op de dag van vandaag weet men niet hoe de Nazca Indianen hiertoe in staat zijn geweest. Konden ze vliegen? Hadden ze contact met buitenaardse wezens? Of waren de figuren een symbolisch pad naar de goden? Ze weten het niet echt en staan nog steeds voor een raadsel. Zoals dat in bijvoorbeeld Egypte ook het geval is met de piramides.

Weer op de grond verkennen we de omgeving van Nazca. Met grote buggy's scheuren we met de groep door de woestijn. Onderweg kun je uitstappen om skeletten in het zand te zien liggen. Tenminste, als je daarvoor in de stemming bent. Af en toe liggen er weer wat ‘verse' skeletten, omdat de grafrovers er nog wat sierraden uit hebben kunnen halen. Beetje luguber allemaal, dus snel weer met de buggy door naar de zandduinen. Het kost de bestuurder wat moeite om de buggy aan de top te krijgen, zeker nu de radiator het ook nog eens begeven heeft. Gelukkig heeft hij bovenop de duin weer een signaal op zijn mobiele telefoon en kan hij z'n buddy's bereiken voor een reservebuggy. Daardoor hebben we wat langer de tijd om met sandboards van de duinen af te glijden. Niet te ver, want je moet telkens weer te voet naar boven door het losse zand. Als de sandboards weer opgeborgen zijn, genieten we met z'n allen van de zonsondergang. Wanneer de zon achter de duinen is verdwenen rijden we in het donker met de buggy's weer terug naar het hotel. De bestuurders hebben er wel schik van. Op de keiharde ondergrond van deze gortdroge woestijn gaat het kop over kop. Ik kijk naar boven en zie een indrukwekkende sterrenhemel. Maar helaas moet ik in het donker toch ook af en toe even de zonnebril opzetten. Nu niet voor de zon, maar tegen de koude wind in mijn ogen.

De volgende dag hebben we een dagje om te relaxen en genieten we in de zon van een barbecue met de groep. Om vervolgens door te rijden naar Arequipa, ook wel 'De Witte Stad' genoemd. Dat komt doordat veel gebouwen zijn opgetrokken uit het zilverwitte tufgesteente, dat door één van de nabij gelegen vulkanen is uitgestoten. Midden in de stad bevinden zich gebouwen en parken in de Spaanse koloniale stijl. Zoals in veel Peruviaanse steden en dorpen het geval is. Arequipa ligt op ruim twee kilometer boven zeeniveau en daardoor kunnen we alvast even wennen aan de hoogte. De volgende dagen gaan we namelijk tot op vijf kilometer hoogte verder het Andesgebergte in.
's Ochtends drinken de meesten thee getrokken van cocabladeren. En aan het begin van de busreis krijgen we wat cocabladeren om op te kauwen. Het schijnt te helpen voor de zuurstofwisseling. Ook drinken we veel water, want daar zit zuurstof in, waar een gebrek aan is op die hoogte.
Onderweg komen we voor het eerst alpaca's tegen. Een soort lama, waarvan het wol goed te gebruiken is voor warme kleding in de bergen. Het vlees heb ik geproefd tijdens één van de avondmaaltijden en vond ik best lekker. Beter dan de traditionele, gebraden cavia's die door sommigen uit de groep ook even geprobeerd zijn.
In de bergdorpjes worden de alpaca's door de lokale bevolking ook gebruikt als toeristische trekpleister. Het knuffelgehalte is hoog en de kinderen vragen geld als je foto's van hen neemt in hun traditionele kledij en met de alpaca er bij op.

Het hooggebergte is indrukwekkend. Er wordt ons verteld dat de vallei van de Colca Canyon in Peru twee maal zo diep is als de Grand Canyon in Amerika. De vallei is het leefgebied van de condor. Vroeg in de ochtend stijgen deze indrukwekkende vogels uit het dal van de vallei op, door gebruik te maken van de thermiek. In een grote groep toeristen kies ik een gunstig uitkijkpunt. We zien deze grote vogels geleidelijk aan omhoog cirkelen onze kant op. Uiteindelijk scheren ze vlak over ons heen. Nu zie ik ook pas echt goed dat deze condors inderdaad de grootste vogels ter wereld zijn, met een spanwijdte van maar liefst drie meter. De menigte is onder de indruk en druk met fotograferen of filmen. Dat doe ik ook, want het is één van mijn meest indrukwekkende waarnemingen van dieren in de vrije natuur. In dezelfde orde van grootte als het meevaren met een groep walvissen langs de zuidkust van Australië een aantal jaren geleden.

De dagen in de vallei zitten erop. De volgende bestemming is het Titicacameer. Het hoogst bevaarbare meer ter wereld, op de grens van Peru en Bolivia. We bezoeken de Uros Indianen op hun drijvende eilandjes van riet. Vrijwel alles op deze eilandjes is gemaakt van riet. Niet alleen de bodem, maar ook de huisjes en de boten. Van de bewoners krijgen we wat uitleg en we mogen wat typische Indiaanse kledingstukken passen. Vervolgens varen we met de groep door naar een Indiaanse gemeenschap op een vast eiland in het Titicacameer. We logeren een nachtje bij een moeder en haar twee kinderen. Vader is allang vertrokken naar het vasteland, waardoor dit gezin door de gemeenschap wordt onderhouden. Moeder maakt kleding van alpacawol en de kinderen lopen dagelijks een uur in hun schooluniform naar de school aan de andere kant van het eiland. Het jongetje blaast daarbij regelmatig wat deuntjes op zijn panfluit.
Het is koud 's nachts op dit eiland hoog in de bergen. Centrale verwarming kennen ze hier niet. Er is nauwelijks elektriciteit en het eten wordt gekookt op een ouderwets pitje op een gasfles. Het hoofdingrediënt van vele maaltijden zijn de aardappels. Eerst een aardappelsoepje en daarna als hoofdgerecht diverse soorten aardappels. In vele verschillende rare vormen en smaken.
's Avonds is er een dorpsfeest ter gelegenheid van ons bezoek. We krijgen traditionele kledij aangemeten en doen wat volksdansjes met de groep. Wanneer ik er 's nachts even uit moet om een plas te doen, moet ik mijn weg door het maanlicht zien te vinden naar een klein huisje op het erf.
Het was echt een unieke ervaring om een dagje onderdeel te zijn van deze gemeenschap.

Weer op het vasteland vervolgen we onze reis naar de toeristische stad Cusco. Een voorstad voor dè trekpleister en eindbestemming van onze reis, één van de wereldwonderen: ‘Machu Picchu'. Dit was een enorm belangrijke plek voor de Inca Indianen. Een hoogstaande en omvangrijke Indianenbeschaving die uiteindelijk de slag met de Spaanse veroveraars in het Andesgebergte hebben verloren. De Inca's hebben Machu Picchu in die tijd voor de Spanjaarden verborgen weten te houden, door de jungle er vroegtijdig overheen te laten groeien. Nog geen honderd jaar geleden zijn de ruïnes van deze voormalige Incavesting door een Amerikaanse ontdekkingsreiziger ontdekt. Beroemd is de Inca Trail, waar ik slechts een dag over ben gelopen door net voor het einde uit de trein te stappen. De echte diehards deden vier dagen over de complete Inca Trail en hadden beschikking over dragers en koks voor onderweg. Aan het einde van onze pittige dagtocht werden we beloond met een prachtig vergezicht over deze bijzondere plek op aarde. De volgende dag hebben we Machu Picchu uitgebreid kunnen aanschouwen door er doorheen te lopen met een gids. En daarmee kwam ook zo langzamerhand een einde aan deze fantastische reiservaring.

De laatste avonden hebben we met de groep nog een beetje kunnen stappen in Cusco en Lima, wat erg gezellig was. Na afscheid te hebben genomen van onze aandoenlijke Peruviaanse reisleider, stapten we op het vliegtuig om de oceaan weer over te steken huiswaarts. Een zeer indrukwekkende reiservaring rijker.

In m'n uppie op de fiets door Oostenrijk

Van beboste heuvels tot zonnebloemvelden en alles daartussenin. Maïs, graan, kolen, fruitbomen, druivenranken en kale oevers. De fietsroute langs de Donau leidt me door deze prachtige natuurelementen. Tussen het Duitse grensstadje Passau en de Oostenrijkse hoofdstad Wenen leg ik in een week ruim 300 kilometer af. En het zomerse zonnetje schijnt er lekker bij. De eerste dagen zijn er nagenoeg geen wolken en moet ik me goed insmeren om niet te verbranden. Als je tussen twaalf en twee pal in de zon op de fiets hebt gezeten, dan is een horecatentje in de schaduw een verademing. Ik bestel een ijsje en een koud flesje cola. Nou, die smaken dan extra lekker kan ik je zeggen. Even in een stoel de beentjes wat rust geven. Goed boek erbij, waarin ik mijn gedachten kan verleggen. Af en toe wordt ik uit mijn gedachten gehaald door een Nederlandse of Duitse fietstoerist die ik onderweg kort heb leren kennen. Op een ander terrasje, bij het inhalen, bij een veerpontje of bij een hotel. In een week fietsen leer je diverse mensen kennen. Je ziet ze denken ‘He daar heb je die Hollandse jongen die in zijn uppie en met zijn wuppie'. Ik had namelijk zo'n WK-beessie van de Albert Heijn op het stuur van mijn fiets. Gekregen van een aardig stel uit Amsterdam, waar ik bij het eerste hotel een hapje mee had gegeten.

Zoals gezegd kom je onderweg allerlei verschillende mensen tegen. Meestal stellen ‘op leeftijd' uit Nederland of Duitsland. Een enkele verdwaalde Fransman, Italiaan of Amerikaan. Maar ook gezinnen met jonge kinderen en volgepakte fietsen met campingtent en al. Af en toe wat wielrenners of skaters. Maar de meeste fietsers hebben, net als mij, een georganiseerde reis. Waarbij de bagage van hotel naar hotel wordt gebracht. Lekker comfortabel. Want je moet toch elke dag rond de 60 kilometer fietsen. Gelukkig is er een goed fietspad aangelegd langs de Donau en bevalt de huurfiets met 21 versnellingen ook prima. Natuurlijk moet je wel wat zitvlees ontwikkelen en kun je de beentjes 's avonds bij het hotel wel voelen. Af en toe een iets luxere hotelkamer met ligbad doet dan wonderen.

Een van de meest opvallende personen die ik ben tegengekomen was een Amerikaanse jonge vent. A cool dude. Hij werkte voor een broodjeszaak op een Amerikaanse legerbasis in Duitsland. Hij had een week vakantie en had z'n kampeerspullen op de fiets gepakt, had een routeboekje gekocht en was gaan rijden. In Amerika was hij fietskoerier geweest en had daarbij de nodige botten al eens gebroken gehad. In de winter ging hij veel snowboarden. Voor onze wegen zich weer van elkaar scheidden stopten we nog even bij een bankje. Hij rookte even z'n jointje om lekker relaxed zijn fietstocht te vervolgen.

Later kwam ik, op een stukje boottocht, een andere Amerikaan tegen. Een spontane journaliste die een paar maanden in Wenen werkte. A Californian girl uit Los Angeles. Ze had gestudeerd in Boston en ging na haar opdracht in Wenen diverse andere steden in Europa verkennen. We spraken af dat ik met haar en wat vrienden van haar op zaterdagavond nog wat ging drinken in Wenen. Ik merkte dat het schakelen tussen Duits en Engels me aardig goed af ging.

Een aparte ervaring had ik op een bankje voor de McDondald's in de Oostenrijkse stad Linz. Ik zat daar lekker even op een bankje in mijn boek te lezen en een sigaretje te roken. Komt er opeens een dronken Oostenrijkse dame half over me heen leunen. Ik schrok er eerst wat van, maar bleef rustig zitten. Ze vroeg of ik filosoof was. Daar moest ik inwendig wel even om lachen. Natuurlijk vroeg ze al snel om wat geld, maar ik had haar net mijn sigaret gegeven en zei dat ze het daar maar mee moest doen.

Deze individuele fietsvakantie is voor mij een totaal nieuwe reiservaring. Het doet me goed om te merken dat er ook aardig wat mensen zijn die open staan voor contact. Natuurlijk waren de omstandigheden daar ook naar, maar toch. Beetje informatie of verhalen uitwisselen. Ook merk je dat sommige mensen het een beetje raar of onwennig vinden. Een jongeman, zo alleen op vakantie. Dat kunnen ze zich maar moeilijk voorstellen, zouden ze zelf nooit doen. Vanuit hun situatie (stellen die al heel lang bij elkaar zijn) kan ik me dat best voorstellen. Maar de persoonlijke situatie van ieder mens kan door de jaren heen veranderen, waardoor je er grotendeels toch alleen voor kan komen te staan. Daar ben ik echt niet de enige in. Maar ik heb ook ontdekt dat alleen reizen zo zijn voordelen heeft. Je kunt je eigen ritme bepalen en hoeft met niemand rekening te houden, behalve jezelf. Bovendien kon ik wel even afstand van alles en iedereen gebruiken. Om de boel een beetje op een rijtje te krijgen in mijn hoofd. Mezelf nog beter te leren kennen. En daar heeft deze reiservaring weer een beetje aan bijgedragen. Al met al een zeer geslaagde reis, waar ik met veel plezier op terug kijk en de nodige inspiratie uit heb kunnen halen.

Een goed boek meenemen is ook verstandig heb ik gemerkt. Even lezen tussendoor op een bankje, bij het avondeten of op de hotelkamer. Tijdens deze vakantie heb ik ‘Haar naam was Sarah' gelezen van Tatiana de Rosnay. Een boek over een Joods meisje dat kon ontsnappen uit de handen van de Franse politie en de Duitsers. Hoe haar leven zich na dit trauma ontwikkelde en hoe een Amerikaanse journaliste vanuit Parijs hier onderzoek naar doet. Een zeer indrukwekkend boek waarin twee verhaallijnen samenkomen. Bij terugkomst in Nederland heb ik gelijk een ander boek van deze schrijfster gekocht met de naam ‘Die laatste zomer'. Lijkt me een mooi boek om de tweede helft van deze zomer thuis te gaan lezen. Want de vakantie zit er weer op. Tijd om weer achter een nieuwe baan aan te gaan. Fietskoerier, reisgids, verslaggever, onderzoeksjournalist, ontdekkingsreiziger, natuurfotograaf? Wie het weet mag het zeggen.

Foto's van deze reis vind je onder de rubriek foto's van deze reisblog.

Barcelona, even aan de winter ontsnappen in de wereld van Gaudí

Eind januari 2010. In Nederland is het rond het vriespunt. De elfstedenkoorts is net gezakt. De eerste dag in Barcelona is het met 14 graden in de zon lekker toeven. Met mijn reisgenoten Chris en Peter Paul betreed ik de wereld van architect Gaudí. Zijn stijl kenmerkt Barcelona en geeft deze metropool een specifiek gezicht. Eerst bezichtigen we La Pedrera (‘de steengroeve'). De gevels van dit appartementencomplex zijn golvend en hebben smeedijzeren balkons. We gaan naar het dakterras, waar zich een beeldenpark bevindt. De schoorstenen lijken op ridders en de ventilatieschachten zijn gedraaid in bizarre organische vormen. Op de achtergrond een strakblauwe hemel. In de verte zien we onze volgende bezichtiging al tussen de grote hijskranen staan: Sagrada Familia (de heilige kerk). Gaudí wijdde er zijn hele leven aan, maar stierf in 1926. Naar verwachting is deze kerk pas in 2030 af. Met een lift gaan we één van de torens op. Een Aziatische jongen vraagt of we met hem op de foto willen gaan. Wat hem erg blij maakt. Het schijnt daar nogal een ding te zijn, wanneer je op de foto gaat met mensen die je ontmoet. We dalen af met een wenteltrap en nemen af en toe een kijkje door een venster, uitkijkend over de stad. Beneden aangekomen vervolgen we onze ontdekkingstocht naar Gaudí. Met de metro naar Parc Güell. Dit park ligt op een heuvel aan de rand van stad en staat op de werelderfgoedlijst. Het park bevat een uitgestrekte, golvende bank van mozaïek, sprookjesachtige paviljoens en gotische poorten. We nemen onze tijd en sluiten de middag af met een halve liter bier in de jachthaven. En omdat die op een terrasje in de zon zo lekker smaakt, nog maar eentje.

De volgende dag verschuilt de zon zich wat achter de wolken. We hebben de grootste architectonische trekpleisters bezocht. Even terugschakelen. Ons hostel bevindt zich net boven La Rambla, een brede straat die naar de haven leidt. Bekend vanwege z'n bomen, stalletjes en levende standbeelden. Via een zijstraat van La Rambla komen we in het oude stadsdeel. Wel aardig, maar het maakt wat minder indruk. Meer indruk maakte de beeldschone Spaanse jongedame die ons bediende toen we crêpes gingen eten. Olé.
Op naar Camp Nou, het stadion van de voetbalclub FC Barcelona. Volgens sommigen een grote badkuip met vele plastic stoeltjes. Minder fraai dan de bouwwerken van Gaudí. Maar toch indrukwekkend, vol met historie en Catalaanse trots. Rondom het stadion doorlopen we een kapelletje, de kleedkamers, de bespreekkamer, de persruimte en het museum.
Een jaar of vijftien geleden deed ik ook een poging het stadion te betreden. Met een aantal jongens pakten we de trein vanuit de populaire badplaats Lloret de Mar. Maar het bleek een nationale feestdag te zijn. Het stadion was daarom gesloten. Daar stonden we dan. Het was Siësta en dus viel er niet te beleven. Een dubbele kater. Jaaaaa, een dubbele, want een enkele kater hadden we in die tijd elke dag wel.

De laatste dag hebben we nog een halve dag. We eten een broodje bij de jachthaven en zien de schippers hun mooie zeiljachten in de wachtrij plaatsen voor de voetgangersbrug. Nadat de brug open is geweest lopen we ze aan de kade achterna richting boulevard. Ik droom even weg met de gedachte om op zo'n boot even een stukje mee te varen een eindje de Middellandse zee op.
Via een kabelbaan verplaatsen we ons naar een park aan de andere kant van de haven. Omdat je over stad en zee uitkijkt, geeft dit vervoersmiddel een heel andere dimensie dan bijvoorbeeld de metro. Die we vervolgens wel snel moeten gaan nemen om op tijd onze koffers af te halen bij ons hostel. Een paar uur later landden we op Schiphol. De grond langs de baan ligt vol met sneeuw. Brrrr. Dat wordt weer stamppot eten. Zouden ze ook eens tapas van moeten maken.

Met mijn vader naar Praag, een openluchtmuseum van authentieke gebouwen

Praag, medio december 2009

Met mijn vader loop ik op het oude stadsplein in de binnenstad van Praag. De eettentjes op de kerstmarkt zorgen via hun grillplaten op houtvuur voor een geur die onze eetlust doet aanwakkeren. We kunnen kiezen uit shaslick, braadworst of varkenaan ‘t spit. Het worden twee broodjes braadworst. Een hele maaltijd is niet nodig, want vlak voor ons vertrek hebben we nog een Hollandse pot bij moeders thuis gegeten. De kerstmarkt op dit plein wordt het middelpunt van onze stadsreis. Een baken voor elke stadswandeling die we vervolgens maken. Vooral 's avonds heeft het plein een magische sfeer. Door de kerstverlichtingop de marktendoordelichten op de torens van het Golz-Kinskypaleis, het Oude Stadhuis met zijn astronomische klok, de barokke Sint-Nicolaaskerk en de vele herenhuizenrondom het plein. En dat is nog maar een kleine selectie van wat Praag te bieden heeft als openluchtmuseum van authentieke gebouwen.

Het vriest buiten en af en toe sneeuwt het een beetje. Daarom komt het goed van pas dat ons hotel in de oude binnenstad van Praag is gelegen. Na elke stadswandeling kunnen we weer even opwarmen in de hotelkamer. Beentjes strekken, lezen, puzzelen, voetbal kijken, muziek luisterenen een nieuwe route uitstippelen. Met een flesje bier voor mijn vader en een glas whisky voor mezelf. Op onze hotelkamer herinneren we ons een tip van mijn zwager. Hij is restauratieschilder en heeft eens een schilderij van Alphonse Mucha nageschilderd. Een Tsjechische kunstenaar wiens werken onlosmakelijk verbonden zijn met de Jugendstil kunststroming, populair aan het begin van de twintigste eeuw. We besluiten een expositie van zijn werk te bezoeken. En dat is niet het enige culturele uitstapje dat we hebben gemaakt, ook het museum van de stad Praag hebben we met een bezoek vereerd. In dit museum staat een grote maquette van de stad Praag opgesteld, waar een lithograaf elf jaar aan heeft gewerkt.

Terwijl we de Karelsbrug over de Moldau betreden, kijken we uit op deop eenheuvel gelegengroteburcht. Nadat de wisseling van de wacht voor de hoofdingang heeft plaatsgevonden, wandelen we dezeburcht binnen. We lopen rondom en door de Sint-Vituskathedraal, die hoog boven het monumentale complex uittorent. Nooit eerder heb ik zulke hoge glas-in-loodramen gezien als in dezekathedraal. Bij het verlaten van de burcht kijken we vanaf de heuvel uit over de daken, torens en bruggen van Praag. De ‘Gouden Stad', ‘Stad van Honderd Torens', de ‘Parel van de Moldau' of ‘Moeder', ja zelfs ‘Koningin' der steden. Er is geen tweede Europese stad, die over zo'n van bombardementenofnatuurgeweld verschoond gebleven architectonische schat beschikt. Ineen van de gebouwen herbergt zich een ouderwets bierlokaal genaamd U Fleku. Bestellen is eenvoudig.Twee vingers in de lucht en je krijgt twee pullen zwartgekleurd bier uit eigen brouwerij. Terwijl het lokaal zich vult met Deense supporters en een oude man volksliederen uit zijn accordeon tot ons brengt,begint de sfeer toe te nemen.Ober, doet u nog maar een pulletje van dat raar gekleurde bier. Mijn vader en ik proosten op een geslaagde stadsreis naar Praag.

Reisverslag Australië, van Sydney naar Adelaide

Het is november 2003, herfst in Nederland en lente in Australië. Met mijn toenmalige vriendin zit ik in het vliegtuig, onderweg naar Sydney met een tussenstop in Singapore. Vanaf huis tot aan het hotel in Sydney duurt het ruim 24 uur om aan de andere kant van de wereld te komen. Mij viel dat toen best mee. Petje af voor het comfort en de service die Singapore Airlines te bieden had. In de stoel voor me zat namelijk een schermpje waarop ik films, spelletjes, muziek en informatie kon krijgen. Ik kon uit films kiezen die nog in de bioscoop in Nederland draaiden. Ik was in mijn nopjes en heb me niet verveeld onderweg, aangezien ik ook nog wat heb gelezen in mijn reisboek over Australië en wat babbels heb gemaakt met mensen die vele jaren geleden naar Australie of Nieuw Zeeland waren geemigreerd en weer terug naar huis gingen.

De eerste dagen verbleven we in Sydney. De mooiste stad van de vier grote steden die we hebben bezocht tijdens onze reis van ruim 3.000 kilometer in Zuid-Oost Australië. Bij de autoverhuur kwamen we erachter dat de autoklasse die we hadden geboekt niet beschikbaar was. In plaats daarvan kregen we een dikke, vette en vooral brede executive bak. Een Australische Holdon met airco, gps-navigatie, cruise control en veel kofferruimte. Aangezien ik in Nederland gewoon in een oud Peugeotje 205 rondkarde, was deze luxe een aangename verrassing. Wel even wennen aan de omvang en het rijden aan de linkerkant van de weg.

Deze weblog schrijf ik zes jaar later, terwijl ik zojuist wat foto's van deze reis heb geplaatst. Met heel veel plezier kijk ik er op terug. De mensen zijn zeer vriendelijk, open en behulpzaam en de natuur is prachtig. Het voelt veilig aan en de infrastructuur is goed. Als reiziger kun je ook gemakkelijk terecht in driveby motels of hostels. En met de taal kun je jezelf ook prima redden.

Voor de liefhebber hieronder een overzicht van de bezienswaardigheden van de verschillende steden en regio's waar we doorheen zijn gereden.

Sydney
De grootste en oudste stad in Australië en de hoofdstad van de deelstaat New South Wales. Bezienswaardigheden: Oprah House en Harbour Bridge (langs gevaren met een highlights cruise), Botanic Gardens (met palmbomen, exotische vogels, vleermuizen, etc.), Darling Harbour en The Rocks (wijken aan de haven en boulevard, waar de eerste kolonisten zich vestigden), Bondai Beach (een van de bekendste stranden van Australië), Skytower (aparte toren waar je bovenin op een ronddraaiend plateau kunt eten met uitzicht over Sydney en o.a. kangeroe en emu kunt proeven).

Blue Mountains
Nationaal park even ten westen van Sydney. Bezienswaardigheden: Aantal fraaie lookouts, waaronder de Three Sisters (drie aparte rotsformaties in een bergachtig landschap) en de Katoomba Waterfalls, bereikbaar via diverse wandelroutes. Mooi om rond te rijden en te wandelen.

Canberra
Hoofdstad van Australië waar de regering gehuisvest is en overheidsgebouwen te bezichtigen zijn (beetje te vergelijken met Washington in de VS). Een middagje rondlopen langs deze gebouwen, gelegen aan een meer in het centrum van de stad, is leuk om te doen.

Zuid-oostkust van Australië
Kustlijn tussen Sydney en Melbourne langs de Tasman Zee. Oostelijke gedeelte is het meest toeristische deel met vele kleine dorpjes met uitgebreide mogelijkheden voor accommodatie en watersporten. Hier zijn we ook nog naar een kleine dierentuin geweest, waar je veel bedreigde diersoorten en het lokale wildleven van zeer dichtbij kon bezichtigen. Zuidelijke gedeelte is meer ongerepte natuur met veel bossen en meren en weinig dorpen. Bezienswaardigheid: Walvissen bezichtigen. We zaten precies in het juiste seizoen, omdat ze bezig waren met hun tocht naar Antartica. We hebben ze meerdere malen gezien, van dichtbij met een whale spotting cruise en iets verderaf vanaf het terras van ons appartement langs de rotskust. In Eden heb je ook nog een museum gewijd aan de walvissenjacht van begin vorige eeuw.

Philips Island
Eiland vlak onder Melbourne. Bezienswaardigheden: Pinguin parade: Ze komen bij schemering in groepjes op het strand aan en banen hun weg de grasduinen in waar je ze ook nog eens van dichtbij kunt zien en vooral ook horen. Koala Wildlife Park: Van veraf zijn de Koala's net ronde bolletjes bovenin een boom, maar via een loopbrug langs de boomtoppen zijn ze ook van dichtbij te bewonderen. Op dit eiland is ook een motorracecircuit zoals bij de TT in Assen.

Melbourne
Hoofdstad van de staat Victoria en een mooie combinatie tussen zowel oude en nieuwe gebouwen. Maar wat is 'oud', de Europeanen wonen er nog maar zo'n 200 jaar.

Great Ocean Road
Een van 's werelds mooiste autoroutes langs de kust. Deze weg is aangelegd door Australische soldaten die terug kwamen uit de eerste wereldoorlog. De weg loopt langs vele surfstranden en rotskusten. Een aantal rotsformaties, zoals de Twelve Apostels en de London Bridge (zie foto's), zijn vlak voor de kustlijn apart door de zee gevormd. Zeer indrukwekkend.

Tower Hill & Grampians National Park
Bekend om de gevarieerde flora en founa. Tower Hill is een oude vulkaan waar zich een meer in heeft gevormd en veel verschillende diersoorten in het wild kunnen leven. De Grampians is net als de Blue Mountains ook een bergachtig nationaal park met een aantal indrukwekkende uitzichtspunten, zoals rotsformaties en watervallen, te bereiken via leuke wandelroutes.

Adelaide
Net als Canberra en Melbourne leuk om een dagje doorheen te lopen. Zowel Melbourne als Adelaide hebben overigens ook stranden buiten het centrum, waar we in Adelaide nog even lekker een duik in de helderblauwe oceaan hebben kunnen nemen.